Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Mijn hart zegt [19]tot U: [Gij zegt:] [20]Zoek Mijn aangezicht; ik zoek Uw aangezicht, o HEERE! 19. Of, van U, uwenthalve, U aangaande, zegt mijn hart, enz. Alsof hij zeide: Ik hoor U in mijn hart tot mij spreken, of, mijn hart houdt mij voor deze uwe woorden: Zoek mijn aangezicht. Zie nu, Heere, ik zoek het, doende wat Gij ons gebiedt, zo verberg dan uw aangezicht toch niet, enz., gelijk volgt. 20. Zie hfdst.24 vs.6, en de aantekening.